Piet Stockmans 80

Piet Stockmans in studio

Piet Stockmans 80

Piet Stockmans is 80! De 'artist in residence' van C-mine wordt wereldwijd geroemd voor zijn Stockmansblauw. Volgens Jan Hoet gaf Stockmans porselein een plaats in de beeldende kunsten. Stad Genk interviewde hem naar aanleiding van zijn verjaardag. Naar aanleiding van zijn verjaardag kan je de expo 'Piet 80' nog t.e.m. juni 2021 bezoeken in zijn studio op C-mine.

Piet Stockmans wordt op 26 oktober 80 jaar. Maar alleen terugblikken op hij heeft gedaan, doet hij niet. In zijn expo op C-mine toont hij ook nieuw werk en wil hij veel meer Genkenaren bereiken met zijn kunst.

Tachtig jaar worden, welk gevoel roept dat op?

Piet: “Als ze over die 80 beginnen, heb ik altijd het gevoel dat het over iemand anders gaat. Ik kijk nog te veel uit naar wat komt, zoals het plan dat ik bij de stad heb ingediend om nog een paviljoen te bouwen als ode aan het porselein. Ik woon nu al 10 jaar op C-mine. Het is tijd dat ik weer iets onderneem. Dat is in mijn werk ook zo. Je kan als kunstenaar niet steeds herhalen. Je moet iets interessants maken. Als mijn werk mensen boeit, is er mentaal en zelfs fysiek contact – je kan mijn porselein vasthouden.”

Piet Stockmans in jonge jaren

De expo ‘Piet 80’ is geen retrospectieve. Wat wil je wel tonen?

 

Piet: “Er is één spiegel naar het verleden: drie werken die ik in 1983 gemaakt heb. Het gaat om porseleinen plaatjes op papier, een werk voor de biënnale van São Paolo. Dat hoort er nog altijd bij. De rest is heel recent werk, met ook een paar installaties. Men verwijt me soms dat ik zo snel evolueer dat mijn werk niet herkenbaar blijft. Ik vind van wel. Het onderwerp doet er niet toe, het gaat om de insteek. Ik heb me altijd gevoeld als iemand die in een laboratorium werkt, en die de proeven die hij maakt, verkoopt. Ik schrijf het boek van mijn leven. Als je aan het werk van een kunstenaar niet kunt zien wat er in zijn persoonlijk leven gebeurt, dan heb ik grote vraagtekens. Dan wordt het een formule.”

La Mer Modus Vivendi porselein Piet Stockmans
Herinner je je nog het moment waarop je kunstenaar wilde worden?

Piet: “De eerste keer dat ik me goed voelde op school, was toen ik in het kunstonderwijs terechtkwam rond mijn 16 jaar. De onderwaardering van het kunstonderwijs blijft groot. Het is bij mijn weten de enige vorm van onderwijs die een blik werpt op het hele leven, en die de kwaliteiten van mensen zo zichtbaar naar boven haalt.”

Je bent geboren in Leopoldsburg. Hoe kwam je in Genk terecht?

Piet: “In 1963 studeerde ik af, keramiek en beeldhouwen. Ik kon direct naar het onderwijs, maar ik vond dat ik nog niks te vertellen had. Daarom stapte ik de industrie in, bij porseleinfabriek MOSA in Maastricht. In Genk was directeur Roger Daniels intussen begonnen met dagonderwijs. Ik vond dat ze geen beeldhouwen, maar industriële vormgeving moesten aanbieden. Hij gaf me de vrije hand om de richting op poten te zetten.”

Waarom koos je voor porselein en voor je kenmerkende blauw?

Piet: “Porselein was voor mij een totaal onbekende toen ik aan mijn industrieel avontuur begon. Ik heb me ook nooit als keramist gedragen: als ik toen bij de papierfabrieken van KNP terecht was gekomen, dan hingen hier vandaag misschien werken in papier. Technisch gezien is blauw een dankbare kleur, omdat het op die hoge temperatuur stabiel is. De merknaam komt niet van mij, maar van de mensen die hier over de vloer kwamen. ‘Ik wil Stockmans-blauw.’ Dat maakt die naam extra waardevol, het betekent dat het ook een stukje van de cultuur is geworden.”

Hoe belangrijk is Genk in je carrière? Had je niet liever in Antwerpen of Gent gewoond?

Piet: “Ik heb drie handicaps. Eén: ik werk als industrieel vormgever, als craftsman en als kunstenaar, dat zijn categorieën die in de kunst moeilijk liggen. Twee: ik werk met keramiek. En ten derde: ik ben van Genk. In de media is er op cultureel vlak weinig aandacht voor deze regio. Anderzijds: in één van die grote steden zou ik nooit zo’n mooi pand hebben als hier op C-mine. Wat ik vroeger als nadelen zag, zijn voordelen geworden. Intussen loopt het hier vol met mensen uit Roeselare en Leuven, Brussel en Brugge, Antwerpen, Maastricht, … Maar er komen veel te weinig Genkenaren over de vloer. Jammer, want ik wil hen uiteraard ook heel graag ons verhaal vertellen.”

Als mensen later je carrière bekijken, wat wil je dan dat ze onthouden?

Piet: “Ik prijs me gelukkig dat Jan Hoet in De Standaard eens zei dat ik de keramiek, en met name het porselein, een plaats in de beeldende kunst heb gegeven. Dat is voor mij genoeg. Ik hoop dat ik in de cultuur van vandaag een kras heb getrokken die er niet meer uitgaat. En die kras, dat zal dan in mijn geval wel zijn: het open trekken van het materiaal porselein. Of mijn werk ook echt goed was of niet, dat moet dan maar blijken. Toen ik in 1966 terugkeerde naar België, vroegen mijn collega’s: ‘Waarom wil je toch met dat belastend en beladen materiaal werken?’ Kijk, wat kan dat materiaal eraan doen dat er nooit eerder iemand iets vernieuwend mee gedaan heeft? Er zijn heel veel mooie juwelen in papier, en lelijke in goud. Als je als keramist creatief wil zijn, heb je niet noodzakelijk een dure of grote oven nodig: je gaat naar buiten, raapt op wat je vindt, en daar maak je kunst mee. Als je dat niet kan, heeft die oven ook geen zin. Daar gaat het om.”

T.e.m. 30 juni 2021: expo Piet 80, Studio Pieter Stockmans
C-mine 100 (tegenover de woningen)
Gratis toegang

Website Studio Pieter Stockmans